Voor – en vroegschoolse Educatie (VVE)


Kinderen vanaf 2 jaar met een risico op een ontwikkelingsachterstand krijgen via het consultatiebureau een ‘Verklaring voor deelname aan VVE’. Zij hebben voorrang bij plaatsing en bezoeken de peuterspeelleergroep drie of vier ochtenden per week. VVE kinderen moeten 16 uur VVE kunnen volgen, dit kan bij ons op peuterspeelleergroepen de Krullevaar (Rijswijk), de Kleine Prins (Buren) en Peuterpret (Beusichem).

 

Een kind met VVE volgt hetzelfde programma als de andere kinderen, maar het stimuleren van de ontwikkeling (gericht op ontwikkeling van taal, rekenen, motoriek en sociaal- emotionele ontwikkeling) krijgt extra aandacht. Dit gebeurt bijvoorbeeld door een kind alvast individueel of met een paar kinderen op een activiteit voor te bereiden. Alle pedagogisch medewerkers hebben een VVE-training gevolgd zodat de kinderen met recht op VVE goed begeleid kunnen worden.

Kinderen met een VVE-indicatie bij Kinderdagverblijf Buitenpret worden gevolgd volgens het resultaatgericht werken en wanneer nodig met een ontwikkelplan. Dit wordt gedaan aan de hand van het stappenplan van het protocol opvallend gedrag en/of opvallende ontwikkeling. Hiermee krijgen we het kind goed in beeld. Hierna zal wanneer dit in het stappenplan aangegeven wordt, een ontwikkelplan opgezet worden door de VE-coach, zij doet dit in overleg met de mentor van het kind.
Dit geldt ook voor het bijbehorende activiteitenplan en registratieformulier. Binnen dit plan zijn de mentor, de ouders en de VE-coach en derden betrokken. We hebben regelmatig overleg en zorgen dat de ouders betrokken blijven bij het proces. 

Kinderdagverblijf Buitenpret werkt nauw samen met het consultatiebureau, de peuterconsulent, een kinderfysiotherapeut en een logopediste. De kinderfysiotherapeut en de logopediste werken verschillende dagen vanuit Buitenpret. De contacten met hun verlopen altijd in samenspraak met de ouders.

In de loop van de periode dat een kind met een VE-indicatie bij ons op een peuterspeelleergroep zit worden ze, naast regelmatige evaluatiemomenten,
ook gevolgd door middel van ons observatiesysteem doen, praten, bewegen en rekenen. Wanneer een kind bijna 4 jaar wordt, wordt ook het overdrachtsformulier ingevuld. Dit systeem is een overdrachtsinstrument waarmee pedagogisch medewerkers op een systematische manier hun beeld van de ontwikkeling van een peuter kunnen beschrijven, bespreken en overdragen aan de ouders en bij toestemming van de ouders overdragen aan de toekomstige basisschool.

Binnen ons werk op de groepen zorgen wij als pedagogisch medewerkers ervoor dat we met elkaar in overleg blijven over wat betreft de zorg rondom een kind. We delen de zorg over de ontwikkeling van een kind met elkaar door:

  • elkaar vragen te stellen over wat we zien bij een kind
  • bijzonderheden over een kind te noteren in een overdracht
  • in gesprek te gaan en te blijven met de ouders
  • observaties met elkaar te bespreken of laten lezen
  • dat het de op maat gemaakte activiteiten krijgt aangeboden
  • iedere pedagogisch medewerker dezelfde manier van aanpak naar het kind uitdraagt
  • er na elke activiteit een verslagje wordt geschreven over de reactie van het kind na de activiteit.

Op deze manier houden we elkaar scherp en staan de neuzen dezelfde kant op. Het kind wordt mede hierdoor door meerdere collega’s van de groep gezien. Wij trekken op tijd aan de bel bij de VE-coach wanneer wij dit nodig achten en kan het plan aangepast of bijgesteld worden.